24.3.07

Onvergetelijk

Eind jaren vijftig. In een afgelegen en ingeslapen vissersplaatsje, waar het leven de gang gaat die het al eeuwen gaat, duikt plots een vreemde jongen op: Josja Pruis. Josja, die in het havenstadje bij een pleegmoeder terechtkomt, is anders, gedraagt zich anders, beweert dat hij een Siamese tweeling is - alleen kun je dat aan de buitenkant niet zien, hij heeft één lichaam, maar twee stel hersens, die van hem en die van zijn broer.

Josja intrigeert. Hij trekt aan, hij stoot af, maar hij laat niemand koud, hij maakt indruk. Als hij na twee maanden weer weggaat, is niets nog zoals het was - al zouden de volwassenen in het havenstadje niets liever willen dan dat hij uit het collectieve geheugen wordt gewist, samen met 'die verschrikkelijke avond op het Vogelland'.
Het verhaal begint wanneer Josja weer verdwenen is. Homme, de enige die echt contact met hem heeft gemaakt, probeert, aan de hand van zijn eigen herinneringen en van Josja's aantekeningen in het Rode Marmerboek, en met de hulp van vriendinnetje Ada, te reconstrueren wat er gebeurd is. Zo ontstaat stilaan het beeld van een ontmoeting die een onuitwisbare indruk op ze heeft gemaakt. Wat er is gebeurd, zullen ze nooit vergeten, Josja, die meer raadsels en vragen opriep dan hij er beantwoordde, al evenmin. Het verhaal, dat uit hun herinneringen wordt geweven, is er een van een een bijzondere vriendschap, maar ook van een diepe eenzaamheid, een schets van ongewone jongen, een inkijkje in een ongewone geest, een kreet die lang blijft nazinderen . Het is gedrenkt in geheimzinnigheid en mysterie, die niet helemaal verdwijnen wanneer de puzzelstukken langzaam in elkaar vallen. De climax van het verhaal snijdt je werkelijk de adem af.
Een onvergetelijk personage, een onvergetelijk verhaal - niet alleen door het personage, het verhaal, maar ook door hoe Harm de Jonge het vertelt, sober, direct, maar met woorden die even dwingend zijn als de blik van Josja Pruis, er is geen ontkomen aan, en prachtig gecomponeerd, geen detail staat er zomaar, alle stukjes passen wonderwel in elkaar.
Een boek in de beste traditie - die van De tolbrug en Jan mijn vriend. Het laat me niet los.

Geen opmerkingen: