31.7.06

Scheur

Onweer.
Groot Ventje: 'Als het bliksemt, is het net of er een scheur in de lucht zit.'

Gregie

Ik lees het weblog van Ted van Lieshout, mijn adem stokt.
Acht jaar alweer.
Acht jaar is het geleden dat Gregie de Maeyer overleed.
Meteen komen er herinneringen boven, herinneringen aan een onwezenlijke week.
Van het ontstellende telefoontje tot het hoogzomerse afscheid in die weide in Kruibeke.
Een nachtelijke hemel, de stilte van het platteland, en toen vuurwerkpijlen die door de hemel knalden en sisten, de immense donkerte in. Dag Gregie. Uitdovend vuurwerk, stilte, tranen, een weide vol emotie. En toen, kippenvelmoment, zijn zoon die de Last Post blies.
Ik draag het moment mee. Ik draag hem mee.

Morgen haal ik Fietsen uit de boekenkast, en Uit de put, en Juul.

30.7.06

Ongelooflijk

Ik zit te werken, Groot Ventje komt mijn werkkamer binnengerend. 'Mama, mama, papa gaat een treinbaan maken die van het tafeltje zo naar beneden naar de stoel en dan naar de grond gaat.'
Ik: 'Dat geloof ik nooit, dat papa dat kan.'
Groot Ventje rent naar papa, komt terug: 'Mama, je bent een ongelooflijke Thomas.'

Choco-moes

In het restaurant eet Groot Ventje voor het eerst chocomousse.
Het bevalt hem wel, 'wij moeten dat ook eens maken': 'Dan gaan we naar de winkel en we kopen chocolade en appelmoes.'
Het duurt enkele tellen, dan dringt het door.
Choco-moes.

Parkeerplekjes

In de parkeergarage van de Ikea parkeren we op een roodgeschilderd plekje. Dat mag, we hebben immers een baby mee.
Groot Ventje: 'Waarom zijn deze plekjes rood?'
Mijn Lief: 'Dat is om te tonen dat hier alleen mensen mogen parkeren die een baby mee hebben.'
Groot Ventje: 'En die plekjes daar, waarom zijn die blauw?'
Mijn Lief: 'Die zijn voor mensen die niet zo goed kunnen stappen.'
Groot Ventje: 'En waar moeten de mensen dan parkeren die niet goed kunnen stappen én een baby mee hebben?'

24.7.06

Voorleesrobot

Voorlezen is goed voor kleine en niet zo kleine kinderen. Steeds meer mensen raken ervan overtuigd, prachtig. En zoals dat dan gaat, raken ook steeds meer marketeers overtuigd van het nieuwe gat in de markt waarop moet worden ingespeeld.
Voorlezen is goed voor kleine en niet zo kleine kinderen. En dus brengt een Koreaans bedrijf dit najaar een robot op de markt die deze taak van de ouders kan overnemen. Een heuse robot-opvoeder, gewagen de makers, die zelfs hele kinderboeken kan voorlezen.
Ik gruw bij het lezen van dit nieuwsbericht. Marketeers, laat ons, jonge ouders, massaal in de val van de roze en anderskleurige dozen lopen, overstelp ons met adviezen over het eten van onze spruiten, de luiers van onze spruiten, de billetjes van onze spruiten, krijg ons zo ver dat we naarstig streepjescodes van fruithapjes gaan sparen voor een simpel speelgoedje waarvoor we dan ook nog eens moeten bijbetalen, sla ons om de oren met nieuwe, geïnnoveerde, steeds betere producten. Maar blijf van het voorlezen af. Blijf van dat leukste kwartiertje van de dag af. Van dat knusse samenzitmoment. Van dat samen opgaan in een verhaal. Van dat heerlijk dichtbij elkaar en toch even helemaal weg zijn. Neem onze kinderen dat niet af.

Zonder commentaar

De eekhoorn en de olifant zaten in het gras aan de oever van de rivier. Het was zo warm dat de olifant smolt. Een grijs stroompje siepelde door het gras. Ho, dacht de eekhoorn, hij moet niet in de rivier stromen, want dan weet ik het niet meer. Hij maakte vlug een dammetje waartegen de olifant aan stroomde. Zacht klotsend lag hij daar onder de brandende zon.
'Waarom is het ook zo warm?' vroeg de eekhoorn zich hardop af.
De olifant leek iets te willen antwoorden, maar de eekhoorn kon niets uit zijn gekabbel opmaken. Bovendien had hij het te warm om goed te luisteren. Ik denk, dacht hij, dat hij zich ook afvraagt waarom het zo warm is. Hij ging in de schaduw onder de wilg zitten. Af en toe keek hij even naar de olifant. De zon scheen op zijn kabbelende lijf, en de waterjuffer scheerde rakelings over hem heen.
'Weet je wel waar je overheen scheert, waterjuffer?' vroeg de eekhoorn.
'Ja,' zei de waterjuffer. 'Over de olifant.' En zij bekeek zichzelf in het grijze water.
Pas tegen de avond werd het wat koeler. De eekhoorn zag hoe het water weer veranderde in een slurf, een romp en een paar oren. 'He he,' zei de olifant even later. 'Wat had ik het warm.'
De laatste druppels veranderden in zijn staart. Opgelucht sloeg de eekhoorn hem op zijn schouder.
'Hoorde je me klotsen, eekhoorn?' vroeg de olifant.
'Ja,' zei de eekhoorn.
'Dat was eigenlijk trompetteren. Ik trompetterde een liedje. Leek het niet een beetje?'
'Ja,' zei de eekhoorn. 'Een beetje leek het wel.'
'Het is heel moeilijk om te trompetteren als je gesmolten bent,' zei de olifant. Dat wilde de eekhoorn graag geloven. De zon ging onder. In de verte zong de lijster. Langzaam liepen zij naar huis.

Toon Tellegen, Misschien wisten zij alles

10.7.06

3

Drie jaar geleden.
Dat huid zo zacht kan zijn.
Een vingertje zo ik-laat-je-nooit-meer-losserig.
Een handje op mijn hart zo vertederend.
Liefde zo ogenblikkelijk en onvoorwaardelijk.
Dat één blik zich zo met haakjes in je vast kan zetten.
Dat één ogenblik een mens zo voorgoed veranderen kan.

Mijn minimensje, zo wonderlijk en zo vertrouwd, en helemaal zichzelf.
Mijn vriendje voor altijd.
Drie alweer.

8.7.06

Eigennamen

Groot Ventje heeft niks met eigennamen.
'Wie is er Neefje komen halen?' vraag ik aan Groot Ventje.
'Zijn papa, alleen zijn papa.'
'Hoe heet die?'
'Dat weet ik niet.'
'Ik denk dat je dat wel weet.'
'Die heet net zoals die andere papa, van die andere drie kindjes, die soms bij oma Landen zijn.'
Toegegeven, het klopt, zijn twee ooms hebben dezelfde voornaam.

Discussie

Groot Ventje was met nog Groter Neefje op vakantie in de Ardennen, samen met oma en opa. Kijkend naar de cover van De gele ballon ontstond een lang durende discussie.
Groot Ventje: 'Dat is een aardbol.'
Groter Neefje: 'Maar nee, dat is een wereldbol.'
Groot Ventje: 'Nee, dat is een aardbol.'
Groter Neefje: 'Nee, een wereldbol.'
Enzoverder.

4.7.06

Toegegeven

Grijze zielen is een mooi boek.
Toch.
Beetje te woordrijk bij wijlen, beetje te gewild literair, maar het verhaal heeft me gepakt, de sfeer heeft me gepakt, en naar het einde toe verschenen er meer potloodstreepjes in de marge. Zat ik er eindelijk in, of werden de zinnen echt mooier?

Sprongetje

Sinds het boek Oei ik groei weet ik dat kleine mensjes met sprongetjes groeien.
Sinds Groot Ventje weet ik dat dat zelfs waar is.
Klein Ventje heeft net zo'n sprongetje gemaakt: zijn handjes zijn vorige week echte pakkehandjes geworden, gisteren rolde hij van buik naar rug, en mooi terug.
Het gaat weer snel.

1.7.06

Cadeau

Mijn cadeau had ik dit jaar al gekregen.
Het zat niet in een papiertje.
Het voelde zacht aan, het maakte geluid, ook als je er niet mee rammelde, het rook zoet en warm, het paste precies in mijn arm.
Nog elke dag is het een cadeau.

35

Gewekt worden door aanstormend knuffelgeweld.
Gezongen felicitaties, een eigenhandig nageschreven 'gelukkige verjaardag', kaartjes, telefoontjes, pakjes.
Brunchen met chocoladekoeken op het terras.
Lekker rustig aan doen.

Chocoladekoeken

Groot Ventje: 'We zijn naar de bakker geweest.'
Ik, geveinsd verbaasd: 'Echt waar? Wat zijn jullie daar gaan doen?'
Groot Ventje, in opperste staat van opwinding: 'We hebben chocoladekoeken gehaald!'
Ik: 'O, lekker! Zijn die voor iemand die jarig is?'
Groot Ventje: 'Ja!'
En even later: 'En voor iemand die de chocoladekoeken meegebracht heeft!'