2.2.07

Een illustrator als een Legobouwer

Van 3 februari tot 18 maart loopt in kunstenhuis Pantalone in Brussel het project De imaginaire stad, een 'bouwspel voor inventieve kinderen', 'voor iedereen vanaf 6 maanden'. Na zoveel eerdere prachtprojecten ben ik benieuwd wat Pantalone ditmaal in petto heeft. We gaan er dus binnenkort naartoe.
De imaginaire stad is onder meer geïnspireerd op het boek Stad van Koen Depoorter en Pieter Gaudesaboos, en kinderen kunnen er met zijn computertekeningen aan de slag om op een magneetmuur een 'stad in de verte' te creëren.
Eigenlijk is het een prentenboek voor oudere kinderen, maar ik haal het toch uit de kast, met het oog op ons bezoek. Altijd leuk als Groot Ventje de prenten al gezien heeft.
Stad is een modern sprookje over drie boers, die elk op hun achttiende verjaardag door hun arme vader, houthakker in het Wiegelwoud, de wijde wereld in gestuurd worden, op zoek naar een eigen plek om te wonen. Erwin, de oudste, loopt maar wat rond, tot hij bij een prachtige prei komt en hij besluit daar zijn huis te bouwen. Een langs lopende fantast verzint een wonderbaarlijk verhaal rond de prei, en voor Erwin er erg in heeft wordt hij overspoeld door toeristen en door mensen die zich in zijn buurt vestigen om een graantje mee te pikken van het toeristische preisucces. Een stad krijgt vorm. Sven, de middelste broer, begint een omwalling te bouwen als bescherming tegen een roversbende uit het woud, en ook binnen zijn muren groeit een stad. Wouter, de jongste broer, pakt het bedachtzaam aan: hij ontwerpt eerst een hele stad voor hij begint te bouwen... Een sprookje, een moderne fabel, maar dan een urbanistische variant die meteen ook veel vertelt over hoe steden ontstaan en groeien en hoe alle elementen zich tot elkaar verhouden.
Bijzonderder dan het verhaal, dat af en toe wat langdradig is, is de uitwerking door Pieter Gaudesaboos. Hij heeft zich in dit boek duidelijk uitgeleefd, zijn enthousiasme spat van de pagina's. Erwinstad, Svenstad en Wouterstad zijn creaties in vrolijke, frisse kleuren, die pagina na pagina worden opgebouwd uit uiteenlopende elementen, vol knipoogjes - een poes à la Fiep Westendorp, gelaatsuidrukkingen à la Playmobil, en het hele boek wekt wel de indruk dat de illustrator als een uitgelaten kind met een bonte verzameling Legoblokjes aan de slag is gegaan. Uren kun je naar deze prenten kijken, en naar de talloze details die ze herbergen. Origineel, speels, fris, vernieuwend, creatief, gedurfd: dit boek is het allemaal.
Groot Ventje is er meteen weg van. Is het de bouwer in hem - een vuur dat dag in dag uit wordt aangewakkerd door Bob de Bouwer en hopen Duploblokken - die hierdoor gefascineerd is? Hij gaat helemaal op in de prenten, ontdekt het ene detail na het andere, en vergelijkt geboeid verschillende prenten om de voortgang van de bouwwerken in kaart te brengen. Hier gaan we nog veel plezier aan beleven!

Geen opmerkingen: