1.6.07

Amsterdam

Ik was niet alleen aan zee vorige week, ik was ook even in Amsterdam.
Snel een dagje heen en weer voor een interview met John Green (boeiend), en een lunch met een dierbare vriend (fijn).
Toen de trein het Centraal Station binnenreed, overviel me een gevoel van jaren geleden. Laat ik het maar het Brideshead-gevoel noemen. Amsterdam - a name so familiar to me, a conjuror’s name of such ancient power. Herinneringen overspoelden me - a multitude of sweet and natural and long forgotten sounds. Míjn Amsterdam is het Amsterdam van de grachten, van de winkeltjes in de negen straatjes, van Atheneum en toen nog W.H. Smiths, van de rommelmarkt op de Noordermarkt en de bloemenstalletjes op het Singel, van een tuin op de Keizersgracht, mét poezen, en een eethuisje in de Jordaan, van een rez-de-chaussee op de Prinsengracht en een muziekwinkel vol oude elpees, van de Vermeers in het Rijksmuseum en de hand op de buik van het Joodse bruidje, van een openlucht-Fellini in het Vondelpark en een bijna-monnikachtige Rembrandt. Het Amsterdam ook van een grachtenhuis drie hoog, van blauwe balken en houten vloeren, van een dakterras vol bloemen en zomeravonden met het raam wijd open op de gracht, van witte wijn en aardbeien, van een blauwe klok hoog aan de muur. En ook het Amsterdam van Prego - geen beter kader denkbaar voor dat prille, tweede etentje met Mijn Liefste -, van een winters-warm bezoek, toen de stad ondergesneeuwd was, we warmte zochten bij elkaar en de wegen op de terugweg spekglad waren, het Amsterdam van een veel te kort weekendje weg, en dan nog dat bijzondere speelgoedwinkeltje lopen zoeken, voor een Ziek Achtergebleven Ventje. Amsterdam...

Geen opmerkingen: