'Bet fietst. Zonder te weten dat er nog zoveel gebeuren kan. Een lekke band krijgen bijvoorbeeld, of een bekeuring, of de ketting die afloopt. Ze kan ook gewoon vallen, omdat ze in een put rijdt, of op een steen. Ze kan zelfs verongelukken. Maar als het toch helemaal fout zou gaan, is Omamona vast en zeker dicht in de buurt. Luister, ze fluistert: "Doorfietsen."'
(Gregie de Maeyer, Fietsen)
In de klas van Groot Ventje staat een boekenrek.
De boeken die erop staan wisselen voortdurend.
Boeken die de juf die dag heeft voorgelezen, boeken waarin die dag gekeken is, boeken over het thema waarrond gewerkt wordt, boeken die de kleuters van thuis hebben meegebracht...
Vandaag glimlach ik even.
Fietsen.
Ik neem het boek uit het rek, blader erin, even vergeet ik de hand van Groot Ventje die aan me trekt.
En nog eens trekt.
'Kom nu, mama!' klinkt het ongeduldig.
'Mmm, wacht even,' antwoord ik, 'ik ben even in dit boek aan het kijken.'
'Dat gaat over leren fietsen,' legt Groot Ventje uit.
Ik glimlach weer.
En over zovéél meer, Groot Ventje, denk ik.
Het boekje kwam destijds als een complete verrassing.
Vrolijke, luchtige, wat karikaturale tekeningen, dat waren we van Gregie de Maeyer gewend.
En toen kwam Fietsen.
In Houden van Gregie herlees ik: '"Weet je nog?" vraagt de uitgever, "weet je nog, toen we mosselen aten en je mij voor het eerst de tekeningen van Fietsen in handen stopte?" Ik weet het nog. Hij vroeg: "Zijn dit misschien de schetsen?"'
Geen schetsen, maar fors en tegelijk verstild aandoende tekeningen in Oost-Indische inkt, in dikke zwarte lijnen, in één trek op het papier gezet. Soberder kon niet. Essentiëler kon niet.
Het verhaal zet dezelfde toon. Geen olijkheid à la Pief poef paf mijn broek zakt af meer, maar een verhaal dat herkenbaar is voor kleuters maar tegelijkertijd veel verder gaat, een veel universeler, groter verhaal vertelt.
Bet leert fietsen. Lastig is dat, en nauwelijks uit te leggen. Het gaat met vallen en opstaan , maar plots fietst Bet, 'zonder precies te weten hoe ze dat doet'. 'Omamona staat haar hijgend na te staren met een hand boven haar ogen. Ze glimlacht en fluistert zacht: "Doorfietsen."'
Veel woorden had Gregie de Maeyer niet nodig om dat zo herkenbare gegeven, een kind dat leert fietsen, te laten uitgroeien tot een krachtige metafoor voor het leven zelf, een kunst die even moeilijk onder de knie te krijgen is als fietsen en die evenzeer gepaard gaat met vallen en opstaan, en vallen, en nog eens vallen, en weer doorfietsen. De schrijfstijl is even sober als de tekeningen, maar bijzonder trefzeker en indringend. Wat er staat, raakt. Raakt diep. Fietsen blijft een boek om te koesteren.
26.6.07
Levenskunst
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Deze moet ik onthouden... Leuk hé, te zien wat kinderen, dikwijls zo verschillend van volwassenen, in boeken zien?
Af en toe 'blader' ik door je blog. Vandaar een 'late' reactie op dit stukje over Gregie: het boek staat bij ons in de kast, naast de vele andere boeken die hij nadien nog schreef. Ik heb hem goed gekend, onze Gregie, een zeer inspirerend mens. En volgend week ga ik Fietsen eens lezen met mijn kids van 4 en 6. Het wordt tijd...
Een reactie posten