‘Bert Anciaux leest op AVI-niveau’, zong Jan Simoen enkele maanden geleden nog in zijn onovertroffen ‘Ik wil een boek!’ op de wijze van Van het Groenewoud. Een aardig rijmgrapje, goed voor behoorlijk wat gemonkel en gegrinnik in de zaal.
Maar niet alleen Bert Anciaux, ook het merendeel van de Vlaamse en Nederlandse kinderen leest op AVI-niveau.
AVI – voor wie het zich net als ik ooit heeft afgevraagd: analyse voor individualiseringsnormen - is oorspronkelijk een systeem dat leerkrachten in staat stelt te beoordelen hoe ver leerlingen leestechnisch staan. Handig. Zó handig dat ook ouders ervan gebruik gingen maken. Met AVI heb je precies het juiste boek op het juiste moment, zo lijkt het wel.
Of niet?
'Dat is geen pet,’ zei Groot Ventje onlangs, toen hij een of ander eerstelezersboekje las en de tekening monsterde, ‘dat is een hoed, waarom staat daar dan pet?’
Tja, hoed is niet klankzuiver, denk ik dan, en dus draagt jan en alleman in die eerste boekjes een pet. Terwijl hij een ander boekje leest, erger ik me aan het stroeve ritme, de onnatuurlijke zinnen, het kunst- en vliegwerk om toch maar binnen AVI-zoveel te blijven.
Natuurlijk, er is ook veel moois of gewoon leuks geschreven op AVI-niveau. Sommige auteurs weten binnen de strenge beperkingen ware juweeltjes af te leveren. Maar de allesoverheersende aanblik is er een van maakwerk.
Dan denk ik aan wat Michael Morpurgo recent schreef in The Guardian: ‘Of course we must and should study literature in our schools, but first we have to imbue our children with a love of stories. […] We get ourselves all hot and bothered about the teaching of reading, about synthetic phonics and the like, and we forget that none of it is much use unless children want to read in the first place.’
Reading pleasure, daar gaat het om zegt hij. En gelijk heeft hij.
Maar krijg je plezier in lezen met die schier eindeloze stroom verhaaltjes die gedicteerd worden door een vooraf vastgelegd schema van te gebruiken klanken, gemiddelde zinslengte, gemiddeld aantal lettergrepen per woord en gemiddeld aantal letters per woord?
Groot Ventje is een boekenkind, laat dat duidelijk zijn. Hij wordt graag voorgelezen, en steeds vaker zien we hem in zijn eentje over een boek gebogen, terwijl zijn lippen geluidloos de woorden vormen. Maar de AVI-boekjes kunnen hem vaker niet dan wel boeien – niet gehinderd door enig AVI-bewustzijn grijpt hij naar prentenboeken en weetboeken over favoriete onderwerpen. Stegosaurussen en diplodocussen: ik weet niet wat de AVI-meetlat daarover zegt, maar ik weet wel dat de boeiende wereld van de oergiganten leesgrenzen verlegt voor Groot Ventje.
En dan denk ik aan wat Aidan Chambers me een tijdje geleden vertelde: dat je als lezer – en als mens – groeit door net dat tikje hoger te grijpen. Dat is precies het omgekeerde van wat AVI-aanduidingen doen. AVI-aanduidingen begrenzen, beknotten, houden de lezer veilig binnen de grenzen van het zeker bekende. En sinds de vernieuwde AVI-niveaus doen ze dat nu nog langer: tot en met een leesniveau dat, gemiddeld, wordt bereikt in het zesde leerjaar – terwijl alle lastige leestechnische hindernissen dan al láng genomen zijn. Wat is in godsnaam de zin van boeken voor negen-, tien-, elfjarigen die helemaal binnen een schema van leestechnische vereisten zijn geschreven? En wat is de zin van een voor die leeftijd AVI-vereiste van onnatuurlijk lange zinnen die resulteren in een gekunstelde stijl?
Daarom schaar ik mij achter de oproep van de werkgroep Jeugdboekenschrijvers van de Vereniging van Letterkundigen, die de recente AVI-ontwikkelingen en de bijbehorende beperkende en afschuwelijke gevolgen betreurt. Daarom knik ik overtuigd bij haar statement: ‘Als er één ding is dat lezen bevordert, is het leesplezier. En dat ervaar je vanwege de inhoud van een boek, vanwege de spanning, de humor, de originaliteit, de stijl, de sfeer, vanwege dat unieke, bijzonder verhaal.’ Daarom geef ik graag haar bedenking mee: ‘Laat dit even bezinken: wist u indertijd het AVI van Pluk van de Petteflet? Waarschijnlijk niet, en toch heeft u het gelezen. Voelde dat als een risico?’
24.1.08
Over Bert Anciaux, hoeden en petten en de AVI-terreur
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
9 opmerkingen:
Couldn't agree more!
Mijn prinsesje zal alvast alles mogen (en hopelijk willen!) lezen wat ze te pakken krijgt. Geen censuur, want lezen is leren en véél weten. (En lekker mondig worden, maar of dat nu echt nog nodig is...)
:-)hmnjammie, heerlijke tekst. Zo waar! AVI boekjes die wel ok zijn? Vos en Haas! Ja! (Maar die zijn eerder een uitzondering, lijkt mij ook), "De Jas" van Sylvia Vanden Heede was ook lang niet slecht, met mooie tekeningen van Ingrid Godon. "Piep en de dief" vond ik ook helemaal niet zo slecht, ook niet qua schrijven. Anderen daarentegen... Feit is ook dat ik ouders (en hun kinderen! De gruwel!) wel eens hoor vertellen dat ze "al avi vier lezen". Jee, wat maakt dat uit? Maar ach...
Waw! Enige beschouwing over AVi had ik net nodig. Zeker als die waarheden als koeien bevatten.
Mijn dochter zit in het derde leerjaar, en het jaar is nog maar net begonnen of de wedijver over de niveaus begint: 'mama, ik ben van 5 naar 7.En ik wil graag 9...'
Soms word ik er moe van, als mama en als leerkracht. Want ook het testen zelf/ bepalen van die niveaus (uit de klas, met een vreemde leerkracht, onder tijdsdruk) roept bij mij vaak vragen op.
De leesgroepen, die in vele klassen ingedeeld zijn volgens het leesniveau van de kinderen, werken remmend, en absoluut niet leesbevorderend.
Lang leve prentenboeken! Lang leve de verhalen die we verdelen: ik lees veel, zij leest af en toe glunderend mee.
Met een stuk(je) leestechniek, en zelfs zonder, kom je al heel ver. Veel verder dan 9+.
Ik zou begot niet weten op welk AVI niveau mijn kinderen zitten... Ik weet wel dat uitgeverijen er bij hun auteurs op aandringen om met de AVI-niveaus rekening te houden. Toch chapeau voor de schrijvers die ook binnen het keurslijf pareltjes kunnen afleveren. De brief die Rosie vond, van Bart Moeyaert bv.
@Florestien (en alle anderen): tuurlijk! En als het een beetje moeilijker is, kun je als volwassene toch een beetje helpen met lezen? Of voorlezen? Misschien moet ik een keer leuke eerste lezersboekjes uitzoeken en dan maar bloggen!:-)
Absoluut waar, Karin!
Ook mijn 7-jarige zoon leest gewoon alles wat hij in handen krijgt. De woordjes en klanken die hij niet kent, die lezen we toch gewoon samen. Je leert immers het meest van wat je boeiend vindt en wat nét dat tikkeltje meer van je vraagt ;-)
(al vind ik boekjes op het allereerste AVI-niveau wel goed: het werkt bepaald motiverend om helemaal zélf een boek te kunnen lezen ;-))
Hier ook heel wat AVI-ergernis. Als er een AVI aanduiding op staat, zal Dochter geen boekje nemen met een hoger AVI niveau dan zij officieel heeft. Terwijl ze gewoon alles kan lezen.
Al goed dat er op (de meeste) non-fictie boeken geen AVI niveau staat vermeld. En ook niet op jeugdboeken. Dus laat ik haar die boeken lezen.
@Katie: dat is nog zo'n ellendig effect van het hele AVI-systeem, dat kinderen dus inderdaad geen boeken met hoger AVI-niveau willen lezen. Uiteindelijk is het te gek voor woorden... Op zon ontzettend veel vlakken willen ze groot-groter-grootst zijn, maar niet als het op AVI-niveaus aankomt.
Soms zitten er héél erg mooie tussen.
Met een laag AVI niveau!
En een kind dat al in vijf zit, wil een drietje of een viertje niet meer aanpakken.
Jammer.
Maar dat is ook zo met leeftijdsaanduidingen.
Een uitgever zet er 7+ op, en prompt weigert een achtjarige het boek te lezen!
Kunnen we niet met z'n allen wat cijfertjes negeren?
Dat is ook een gewoonte.
Mijn zoon van acht koos voor zijn verjaardag de kikkerboeken van Max Velthuijs die hij nog niet had (mijn reeks is nog niet compleet, mama!).
Kijk, daar zijn we dan best trots op, op een eigenzinnige keuze van een achtjarige, die zich geen fluit aantrekt van eventuele reacties.
:)
Groetjes,
Joke
die wel een boon heeft voor sommige AVI's, o.a. de Saar-boekjes van Riet Wille.
Een reactie posten