7.6.06

Streepjesboek

Járen is het geleden dat ik De dagen van de bluegrassliefde las. Een zinderende roman, alweer over zo'n zomer waarin alles anders wordt voor het hoofdpersonage Tycho (ik heb er wat mee, dat moge duidelijk wezen - maar geef nu toe, is er een periode in een mensenleven boeiender?). Hoezeer het boek in mij is blijven nazinderen, merk ik nu, nu ik Ons derde lichaam lees, de nieuwe roman van Edward van de Vendel, opnieuw over Tycho. Het duurt even voor ik erin zit, maar dan laat het boek me niet meer los. Edward van de Vendel zet opnieuw een ijzersterk, pakkend en o zo waar verhaal neer, over vriendschap, liefde, echtheid, oprechtheid, met personages die me levensgroot tegemoetspetteren van op de pagina's. Vonda, wat een prachtig personage. En heel het boek door sta ik stil bij gedachten waarvan ik denk: he ja, zo waar, zo is het inderdaad. Maar het meest geniet ik van wat Edward van de Vendel met taal doet. Zijn taal is echt, natuurlijk, toch doet ze me soms onverhoeds, wanneer ik word meegesleept door het verhaal, naar adem happen. Van de Vendel heeft weinig woorden nodig om een gevoel, een gedachte te beschrijven. Zuiver zijn ze, zijn vergelijkingen, verrassend, origineel, ze kloppen. Mooi zijn ze, stukjes taal die ik zou willen vasthouden. Ons derde lichaam is een streepjesboek. Als het uit is, staan de marges vol potloodstreepjes, dat weet ik nu al.

Geen opmerkingen: