Midden in zijn spel zegt Groot Ventje plots ernstig: 'Mama, hoe kon er nou iemand uit een buik komen als er nog geen mensen waren en dus ook nog geen buiken om uit te komen?'
Afschepen heeft meestal geen zin, dus begin ik aan een vereenvoudigde versie van de evolutietheorie, hoe soorten beetje bij beetje bij beetje veranderen. We praten over wat mensen anders maakt dan dieren en schateren bij de gedachte hoe het zou zijn als dieren zouden kunnen wat wij kunnen.
'Een tijger die telefoneert, stel je voor!'
'Een varken dat met een auto rijdt, dat is gek he mama!'
'Een hond die pannenkoeken bakt, dat kan toch niet!'
En, zonder overgang: 'Maar eigenlijk zijn wij dus ook een soort dieren, mama, we noemen ons alleen anders.'
26.7.07
Nuchter (2)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten