25.8.06

Kriebelkraamcadeau

De kraamvisite van vanavond had een piepklein, dieprood envelopje mee. Er plakte nog een kleiner stickertje op, dat verraadde wat ging komen. Een boekenbon bij een goede kinderboekenwinkel. Mijn handen kriebelen, mijn gedachten fladderen alle kanten op, wat zal het worden? Een lekker knisperend boekje voor Klein Ventje? Een kijkboek om in te verdwalen voor Groot Ventje? Een prentenboek met een verhaal dat ook mij verrast? Gedichten met een ritme dat zich als vanzelf laat voorlezen?
Eén boek staat al vast. Al dagen zoek ik me rot naar mijn oude uitgave van Wij gaan op berenjacht van Helen Oxenbury. Binnenkort kan ik eindelijk met Groot Ventje op berenjacht, zwieperdezwiep… flapperdeflop… struikeldestruik… Ik kijk er al naar uit.

24.8.06

Nieuwe wereld

Klein Ventje weet het nog niet, maar een hele nieuwe wereld staat op het punt voor hem open te gaan.
Gisteren, vier dagen voor de vijfmaandenmijlpaal, dag op dag even oud als Groot Ventje destijds, verbaasde hij ons met tellenlang alleen rechtop te zitten. Helemaal los. Vandaag heeft hij de onthaalmoeder verrast met zijn nieuw verworven kunde. Nog even en hij zit op de grond, met voor en naast en achter hem kleurrijke speeltjes, pakklaar voor grijpgrage handjes. Een hele nieuwe wereld.

18.8.06

Papierig

Groot Ventje krijgt 's avonds Pluk van de Petteflet voorgelezen.
Pluk gaat met de Stampertjes naar zee.
Overmorgen gaat Groot Ventje naar zee.
'O, wat leuk, misschien kom je Pluk wel tegen,' zegt mijn Lief.
'Dat kan toch niet, papa, Pluk die is niet echt. Die bestaat alleen in boeken.'
Groot Ventje zwijgt even. Dan zegt hij: 'Wij hebben een echte zee. Pluk heeft geen echte zee.'
'Nee?' vraag ik.
'Nee,' zegt hij, 'die heeft een papierige zee.'

10.8.06

Tien augustus, halftwaalf

Tien augustus, halftwaalf, de avond zit er bijna op. Ik heb broodpudding gebakken met Groot Ventje, ik heb met Klein Ventje in mijn armen geluisterd naar mijn Lief die aan Groot Ventje Pluk van de Petteflet voorlas, ik heb in de armen van mijn Lief een stuk van The Cider House Rules gekeken.

Tien augustus, halftwaalf, vier jaar geleden. Dansten we, op dat sobere liedje Is It Okay If I Call You Mine? Zetten we het mes in de toren van chocoladetaarten? Stonden we verlekkerd te kijken naar het dessertenbuffet vol kaarslicht en lekkers dat we nog even onaangeroerd wilden laten? We straalden. Elke keer dat we naar elkaar keken, was het goed.

Tien augustus, kwart voor twaalf. Het is goed. En warm. En lief.

9.8.06

Nog eventjes

'Doe nou eens rustig,' hoor ik de stem van mijn Lief in de keuken, 'blijf nu hier bij me, niet meer wegrennen.'
Groot Ventje komt naar me toe gerend: 'Mama, je bent zo lief.'
En weg is hij alweer, terug naar de keuken.
'Had ik je niet gezegd te stoppen met rennen?' hoor ik weer mijn Lief.
Groot Ventje: 'Maar ik had mama vandaag nog niet gezegd dat ze lief is. Dat moest ik nog eventjes gaan doen.'

8.8.06

Verdiend

Groot Ventje helpt me met opruimen.
'Wat flink,' zeg ik, 'dat verdient een knuffel.'
Groot Ventje vliegt me stralend in de armen.
'En het verdient ook een chocomousse,' zegt hij.

7.8.06

Wegbeschrijving

Gisteren, in de dierentuin. We waren net bij de kinderboerderij geweest, Groot Ventje had heen en weer gehold om toch maar alle geitjes een aai te geven, we stonden nu bij de yak ('Dat lijkt wel een hele grote geit, mag ik die ook aaien?'. Naast ons vertelt een papa aan zijn kinderen: 'Nu gaan we naar de geitjes.'
Groot Ventje loopt naar hem toe, met de vriendelijke informatie: 'De geitjes zijn die kant op.'
De papa knikt lachend, het gezin gaat die kant op.
Groot Ventje komt weer naar ons gelopen, bedenkt zich, gaat de familie achterna, we kunnen nog net horen wat hij zegt: 'Naast de flamingo's.'

Uit eten

Zaterdagavond zijn we, na een moeilijke zwangerschap en een kraamtijd waarin mama's hun Klein Ventje het liefst zo dicht mogelijk bij zich hebben, weer eens gaan uit eten.
Geen snelle hap in het kindvriendelijke restaurant naast de supermarkt want 'dan hoeven we alvast niet meer te koken vanavond', geen Zweedse gehaktballetjes bij Ikea want 'daar hebben ze zulke leuke speeleilandjes', geen blik op de menukaart van 'wat zou er het snelst klaar zijn?'.
Nee, zaterdagavond gingen we Uit Eten, met hoofdletters. Alleen mijn Lief en ik, in een heus restaurant, met de tijd om te twijfelen tussen gerechten die een volwassen smaakpalet kunnen bekoren, de tijd om in alle rust een voor-, hoofd- en nagerecht te kunnen eten, de tijd om ongestoord met elkaar te praten.
Gespreksonderwerp met stip op één: Groot Ventje en Klein Ventje.

2.8.06

Kleertjes

Wekenlang heeft Klein Ventje door de hitte alleen maar een rompertje gedragen en heel, heel af en toe een T-shirtje. Heerlijk spelen was het met die tien teentjes, daar helemaal aan de andere kant.
Vandaag was het koud, en dus tijd voor een broekje en kousjes. Wel een uur lang heeft Klein Ventje in opperste verbazing naar zijn voetjes zitten kijken. Waar waren die leuke speeldingetjes nu gebleven?

Parel

Eerder deze week las ik dat Bart Moeyaert, met de Duitse vertaling van Broere, de overstap maakt naar de Duitse kwaliteitsuitgeverij Hanser. Heel goed, dacht ik, denkend aan al het moois dat ik jaar na jaar op de stand van Hanser in Bologna zag.
Nu lees ik dat het boek, nog voor het officiële verschijnen, eind deze week, al is onderscheiden met een Luchs, een gezamenlijke prijs van het kwaliteitsweekblad Die Zeit en Radio Bremen voor opmerkelijke boeken. 'Je hebt geen hele roman nodig om over de wereld te vertellen. Miniaturen zoals Moeyaert ze schrijft kunnen volstaan', schrijft juryvoorzitter Konrad Heidkamp in de recensie van Brüder die in Die Zeit verscheen. 'Moeyaert is de meester van het weglaten.'
Het is altijd fijn als pareltjes ook door anderen, ook door buitenlandse anderen opgemerkt worden.

Achteruit

Groot Ventje en voertuigen, dat rijmt, al lang.
Gisteren passeerden ze nog eens allemaal de revue, met een flinke schep gekheid erbovenop.
'Auto's die vliegen, dat kan toch niet!'
'Helikopters die op voetjes stappen, dat zou gek zijn!'
'Boten die in bomen varen, dat is gek!'
Ik zei: 'Ja, dat zou gek zijn, want boten hebben water nodig om vooruit te komen.'
Groot Ventje, opeens ernstig: 'En wat hebben ze nodig om achteruit te varen?'

Bij vooruit hoort achteruit, zo simpel is dat.

1.8.06

Gruwelijk


Gruwelijk is het, Gregies eeuwigdurende sprookje over een ventje dat kapotgepest wordt, letterlijk. Gruwelijk, confronterend, schrijnend, beklijvend. De woorden zijn schaars, met zorg gekozen, en o zo doeltreffend. Als woorden mensen een geweten kunnen schoppen, dan misschien deze. Vlijmscherp zijn ze, nietsontziend, meedogenloos. Ik ken het verhaal door en door, maar nog altijd legt Juul een knoop in mijn maag. Nog altijd schudt het me dooreen zoals maar weinig boeken dat ooit hebben gekund. Chapeau Gregie, nog een keer.

En altijd ook krijg ik het warm van dit boek. Van dat ene zinnetje vooraan, in dat zo kenmerkende handschrift. Omdat plagen liefhebben betekent. Dank je Gregie, nog een keer.