30.3.07

Heerlijk licht

Een jongetje en zijn vriendinnetje vervelen zich. 'Gelukkig' vindt Ester een dode hommel. De kinderen besluiten het dier een heuse begrafenis te geven, met kruis en bloemen, en een gedicht, want dat hoort erbij. En Putte, het broertje van Ester, kan goed huilen, dat is ook meegenomen. Na die eerste begrafenis hebben ze de smaak te pakken en richten een Begrafenis BV op voor alle dode dieren. Met een begrafeniskoffer gaan ze op pad. Haringen uit de koelkast, muizen uit de muizenval, een egel, 'net een groot, plat, mislukt brood', en een platgereden haas: elke begrafenis wordt even serieus genomen. Als ze op het eind van de dag moe en tevreden naar huis gaan, vliegt er een vogel tegen het raam. Plots wordt de wereld van hun spel werkelijk, en die realiteit grijpt hen sterk aan. En de volgende dag? Toen 'hadden we het druk met iets heel anders'.
De mooiste begrafenis van de wereld van Ulf Nilsson en Eva Eriksson is een heerlijk licht en humoristisch prentenboek over dood en begraven. Tegelijk is het een schitterend verhaal over het spel van kinderen, over de kracht van hun fantasie, over hun naïeve relativisme. De titel klinkt niet bepaald opbeurend, het schutblad staat vol grafkruisjes, maar toch wordt dit boek nooit zwaar op de hand, integendeel. De toon is luchtig, en de mooie, eenvoudige tekeningen bevatten tal van humoristische details en knipoogjes. Mooi!

29.3.07

Scheldwoord

Wanneer Grote Ventjes naar school beginnen te gaan, sluipt een vreemd taalgebruik het huis binnen. Dingen zijn plots cool (desgewenst keicool) of stom, en als iets niet zint of als de argumenten op zijn, volgt wel eens een scheldwoord of een schrikbarend dreigement. 'Dan prik ik jou met mijn zwaard!' Of: 'Dan dan dan... dan speel ik nooit meer met jou!' En als dat geen indruk maakt: 'Dan speel ik nooit meer met Klein Ventje!'
We kijken van weinig nog op. Maar vanavond dus wel. Groot Ventje is met Mijn Liefste verwikkeld in een zoveelste discussie over wat wel en niet flink is voor een Groot Ventje en wat de gevolgen daarvan zijn. Als al zijn argumenten op zijn, hapt Groot Ventje even naar adem, kijkt Mijn Liefste aan en zegt: 'Jij, jij bent een communist!'

28.3.07

Contentement

Klein Ventje komt thuis met een kroon op zijn hoofd, enkele ballonnen en een pak dat haast groter is dan hijzelf, in blauw cadeaupapier. Hij lacht en brabbelt en wijst en scheurt het papier van het pak. Een mooie kiepwagen komt tevoorschijn.
Tante I., zijn onthaalmoeder, heeft Klein Ventje in de bloemetjes gezet. In zijn heen-en-weerschriftje lees ik wat een fijne dag het was, met feest en ballonnen en dansen en zingen en vanillepudding en appelcake en heerlijke momenten buiten in het zonnetje: 'Hij kraaide van plezier en sprong letterlijk omhoog van contentement.'
Ik glimlach. Ook mij overvalt een gevoel van contentement. Tante I. is een onthaalmoeder uit de duizend. Oprecht bekommerd, lief, warm, met een hart voor kinderen - Klein Ventje heeft het goed getroffen.

Klantenlokking

Als mama van een Groot en een Klein Ventje probeer ik de aanbiedingen van winkels als Hema en Blokker en Aldi in de gaten te houden. Zit er iets leuks tussen, dan is snel zijn vaak de boodschap, weet ik. Voor het houten Hema-keukentje heb ik destijds drie filialen gedaan voor ik er een vond. Voor zo'n mooi afgewerkt fornuisje, dat elders vier, vijf keer zoveel kost, had ik dat wel over.
Eergisteren zag ik in de folder van Aldi dat vanaf vandaag Cars-artikelen verkocht werden. Cars is een Disneyfilm met tal van pratende auto's en een grote hit bij Groot Ventje en zijn vriendjes. Een dekbedovertrek van Cars leek me wat te veel van het goede, maar misschien een zomerpyjama? En dus stond ik vanochtend om twintig voor tien, de winkel ging open om negen uur, in de Aldi. Er heerste een drukte van jewelste. Geen probleem, dacht ik, die komen allemaal voor die computer die in promotie is, een koopje. Ik keek nog eens. De drukte van jewelste was voornamelijk vrouwelijk. Ze was opgewonden, vastberaden, verbeten. Ze graaide in bakken waar geen grote dozen met computers in lagen, maar kleine spullen. Ellebogen versperden de weg, handen gristen en trokken, de inhoud van de bakken slonk zienderogen. Voor me stond een meute moeders en grootmoeders, er was geen doorkomen aan.
Twintig voor tien op de eerste ochtend van de aanbieding, en geen Cars-artikel meer te zien. Geen dekbedovertrek, geen pyjama, geen ondergoed, zelfs geen sok. Ook niet in een ander filiaal, een dik kwartier later.
Bedrieglijke klantenlokking heet zoiets, en ik was vastbesloten daar niet in te trappen. Ik maakte van mijn hart een steen, negeerde de andere aanlokkelijke aanbiedingen, ze zouden me niet hierheen gelokt hebben om me iets anders te laten kopen.

27.3.07

Eén

Eén jaar geleden lag hij dicht tegen mij aan geknuffeld nieuwsgierig rond te kijken, terwijl ik mijn neus begroef in zijn donkere haartjes, instantaan verslaafd aan de warme zoete geur van mijn nieuwe minimensje.
Vandaag worstelt hij zich los uit mijn armen, om meteen koers te zetten naar een verboden doch zo aanlokkelijke plek (de boekenkasten van mama, de video, de computer...), zet hij zijn knietje op al wat van veraf enigszins stabiel lijkt om zo hogerop te raken, brabbelt hij er de hele dag op los, en graait hij met een enthousiaste kreet naar zijn verjaardagscake, die hij vervolgens glunderend in zijn mondje propt.

Gelukkige verjaardag, Klein Ventje!

26.3.07

Dom

Groot Ventje zeurt om een derde chocoladekoek.
Ik houd voet bij stuk, straks moet er warm gegeten worden, en met een buik vol koeken gaat dat nu eenmaal niet zo goed. 'Je weet toch dat je ook andere dingen moet eten dan koekjes?' Groot Ventje: 'Ja, groentjes en fruit en vlees en aardappelen. Ik weet dat, hoor, maar mijn buik weet dat niet. Die denkt dat hij alleen koekjes nodig heeft. Dom hé, van mijn buik?'

24.3.07

Onvergetelijk

Eind jaren vijftig. In een afgelegen en ingeslapen vissersplaatsje, waar het leven de gang gaat die het al eeuwen gaat, duikt plots een vreemde jongen op: Josja Pruis. Josja, die in het havenstadje bij een pleegmoeder terechtkomt, is anders, gedraagt zich anders, beweert dat hij een Siamese tweeling is - alleen kun je dat aan de buitenkant niet zien, hij heeft één lichaam, maar twee stel hersens, die van hem en die van zijn broer.

Josja intrigeert. Hij trekt aan, hij stoot af, maar hij laat niemand koud, hij maakt indruk. Als hij na twee maanden weer weggaat, is niets nog zoals het was - al zouden de volwassenen in het havenstadje niets liever willen dan dat hij uit het collectieve geheugen wordt gewist, samen met 'die verschrikkelijke avond op het Vogelland'.
Het verhaal begint wanneer Josja weer verdwenen is. Homme, de enige die echt contact met hem heeft gemaakt, probeert, aan de hand van zijn eigen herinneringen en van Josja's aantekeningen in het Rode Marmerboek, en met de hulp van vriendinnetje Ada, te reconstrueren wat er gebeurd is. Zo ontstaat stilaan het beeld van een ontmoeting die een onuitwisbare indruk op ze heeft gemaakt. Wat er is gebeurd, zullen ze nooit vergeten, Josja, die meer raadsels en vragen opriep dan hij er beantwoordde, al evenmin. Het verhaal, dat uit hun herinneringen wordt geweven, is er een van een een bijzondere vriendschap, maar ook van een diepe eenzaamheid, een schets van ongewone jongen, een inkijkje in een ongewone geest, een kreet die lang blijft nazinderen . Het is gedrenkt in geheimzinnigheid en mysterie, die niet helemaal verdwijnen wanneer de puzzelstukken langzaam in elkaar vallen. De climax van het verhaal snijdt je werkelijk de adem af.
Een onvergetelijk personage, een onvergetelijk verhaal - niet alleen door het personage, het verhaal, maar ook door hoe Harm de Jonge het vertelt, sober, direct, maar met woorden die even dwingend zijn als de blik van Josja Pruis, er is geen ontkomen aan, en prachtig gecomponeerd, geen detail staat er zomaar, alle stukjes passen wonderwel in elkaar.
Een boek in de beste traditie - die van De tolbrug en Jan mijn vriend. Het laat me niet los.

22.3.07

Begin

Groot Ventje en het begin van taal, dat is een vreemd verhaal. Brabbelen deed hij niet, en de woordjes die eruit kwamen, waren ook echt perfecte woordjes, klok was klok en gras was gras, en voor we het wisten werden ze aaneengeregen tot zinnetjes.
Klein Ventje brabbeblt al maanden dat het een lieve lust is, en trakteert ons nu op ware babywoordjes. Da (daar/dat). Kijk. Pak. Het hoeft niet per se perfect, mama en papa reageren op de gewenste manier en dat is toch wat telt?

20.3.07

Coup de foudre

Coup de foudre: L'Eléphant et la Souris, een kartonboekje van Francesco Pittau en Bernadette Gervais. Een warm liefdesverhaal, verrassend uitgewerkt, origineel getekend, kortom, de bekende Pittau & Gervais-kwaliteit.

Ik heb al spijt dat ik de drie andere boekjes in dezelfde reeks niet ook meteen heb gekocht. Maar aangezien ook Groot Ventje meteen weg was van het grappige en warme verhaal van de olifant en de muis heb ik een goed excuus.

Blokkenstad

Afgelopen zaterdag zijn we aan het bouwen geslagen. Geen eigen huis (helaas), wel een appartementsgebouw, met een hoge trap om naar binnen te gaan, een glijbaan om het gebouw te verlaten, een zandbak om zacht neer te komen, en bovenop het flatgebouw oosters aandoende boogjes.
Plaats van het gebeuren: kunstenhuis Pantalone, verborgen achter een statige gevel op een verrassend rustig plein in het hartje van Brussel. Vijfentwintigduizend blokken, in hout en kleurige kunststof, klein en groot: Groot Ventje keek zijn ogen uit, zocht een plekje tussen de bouwwerken die andere bezoekers hadden achtergelaten in deze kleurrijke en immer veranderende blokkenstad en ging aan de slag. Ondertussen leefden ook de grijpgrage handjes van Klein Ventje zich uit.
Het was niet onze eerste kennismaking met de producties van Pantalone (Klein Verhaal over Liefde koester ik voorgoed, met dank aan Filip en Katrien), wel met het kunstenhuis. Een plek waar we nog vaak hopen te komen.

4.3.07

Vergeten uiltje

Het is lente en dan vallen de kinderboekenprijzen als bloesems van de bomen.
Soms vallen ze niet helemaal onverwacht, zijn ze voorafgegaan door longlists, shortlists, nominaties.
Heel soms lijkt het alsof een boek ontsnapt is aan de blik van het collectief der prijsuitreikers.
Uil plus Leeuwerik van Ianka Fleerackers en Sebastiaan Van Doninck is zo'n boek. Op geen longlist te bespeuren, maar zo mooi.
Uil en Leeuwerik willen graag vrienden zijn. Dat is knap lastig als de ene een dagvogel en de andere een nachtdier is. Als Leeuwerik 's ochtends begint te zingen, valt Uil in slaap. En als Uil 's nachts de schaduwen van de dieren en de dingen ziet, slaapt Leeuwerik. Eén keer slagen ze erin samen wakker te blijven, en zo wordt de kiem gelegd van een haast onmogelijke vriendschap. Ze besluiten om elkaar voortaan briefjes te schrijven. Leeuwerik schrijft over de liederen die hij die dag heeft gezongen, Uil over de schaduwen die hij heeft gezien. Het gaat goed tot Leeuwerik op een dag een veel te kort briefje schrijft...
Kinderboekdebuten van Bekende Vlamingen (c.q. Nederlanders, Amerikanen, Engelsen...), mijn wenkbrauwen gaan er vaak van fronsen. De Madonna's van deze wereld zouden het gezegde van de schoenmaker en zijn leest beter ter harte nemen. Bij Ianka Fleerackers blijkt wenkbrauwengefrons overbodig. Wat een ijzersterk debuut! Ze wikt en weegt haar woorden, en schrijft op een sobere, poëtische manier een ontroerend verhaal, en durft daarbij het voor de hand liggende happy end uit de weg te gaan. De illustraties van Sebastiaan Van Doninck, toepasselijk in lichte gele en donkere nachtblauwe tinten, zijn ronduit schitterend. Zijn beelden staan er even sterk als de woorden van Ianka Fleerackers, schijnbaar eenvoudig, maar zinderend van de emotie. Neem daarbij de prachtige vormgeving, het bijzondere lettertype, het spel tussen tekst en kleine en grote illustraties, en het moge duidelijk zijn: Uil plus Leeuwerik is een prachtig kleinood, een debuut dat doet verlangen naar meer, veel meer.

Gzcht: hs

De zoektocht naar een huis is in deze dure woontijden niet makkelijk.
De afgelopen week was er een met veel frustratie, ontmoediging, gezucht, urenlange gesprekken, afwegingen, berekeningen, wanhoop haast.
We zoeken verder.