30.3.08

Dokter! Dokter!

Groot Ventje gloeit en voelt zich belabberd. Gelukkig was er snel een dokter ter plaatse.

Zomertijd

De zomertijd is geen uitvinding van een Mens Met Kinderen.
Mensen Met Kinderen laten niet zomaar een kostbaar uurtje slaap in het niets verdwijnen.
Mensen Met Kinderen denken er niet aan te raken aan het dag- en nachtritme van kinderen.
Mensen Met Kinderen zuchten eens diep als ze lezen dat het weer zover is.

29.3.08

Moeilijke keuze

Groot Ventje, ziek op de bank, en ik kijken naar het begin van de uitreiking van de Gouden Uil. Ik leg hem uit dat dat een prijs is voor het mooiste boek van het afgelopen jaar, en vraag hem of hij ook een lievelingsboek heeft. Neen dus: 'Ik raak daar altijd zo van in de war. De ene keer is dit mijn lievelingsboek en de andere keer dat. We hebben ook zoveel boeken.'

De jury van de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs had het een pak makkelijker, ze had haar keuze drastisch beperkt. Maar met de uiteindelijke winnaar, Linus van Mieke Versyp, Sabien Clement en Pieter Gaudesaboos ben ik wel érg blij. Meer op Vertel eens.

[Wijvenweek] Onbegrijpelijk

Wat mannen niet begrijpen, vraagt de Wijvenweek zich vandaag af.
Wat Mijn Liefste niet begrijpt, bijvoorbeeld, is dat ik naar het afscheid van Hugo Claus wil kijken, terwijl ik bij voorbaat al weet dat ik daar verdrietig van word.

Vaar wel



De eenvoudige houten kist, met slechts één rode roos erop, in het midden van de scène, op een draagbaar van rode rozen, op een rood tapijt, en daarachter een grote foto van 'de Meester': in het weelderige decor van de Bourla is op een mooie, ingetogen en waardige manier afscheid genomen van Hugo Claus.

Ingetogen, maar emotioneel. 'Louter en alleen omdat de keuze van zijn levenseinde niet de hunne is, komen ze weer van onder de plaveien gekropen en spuien hun laffe gal. De eigen morele superioriteit celebreren boven het lichaam van een geliefde dode is geen heldendaad. Meneer de kardinaal: schaam je', zei Erwin Mortier. Maar vooral, Cees Nooteboom: 'Vaar wel, lieve vriend, en ik vraag je maar één ding: kom vooral veel spoken.'

Het laatste woord was aan Hugo Claus zelf, in een televisieopname waarin hij een sonnet voordraagt, zelfverzekerd als altijd. Na het gedicht kijkt hij wat onzeker, zoekend in het rond. Minutenlang kijkt hij weifelend de Bourla in. Een aangrijpend, ijzersterk beeld. Vaar wel.

Liefde en diplomatie

Klein Ventje zegt: 'Ikke papasjonge.'
Klein Ventje zegt: 'Ikke mamaskindje.'

28.3.08

[Wijvenweek] Het leven zoals het is, met kinderen

Nog eenmaal

Nog eenmaal om precies te zijn
zou ik een kind willen baren

het ritueel van de ogenblikken
in mij opslaan
als in een gouden kooi

het lichaam dat zich opent
om zwijgend dicht te gaan
in de trance
van het afgebakend moment.

Te weten dat ik
vrouw ben en niet zomaar
vermoeid van steeds weer
stappen over zebrapaden
met kinderen in donker
uniform en boekentassen
vol verzamelingen.

Straks de quiche lorraine
op tafel en schoenen poetsen
voor het vertrek
de brooddoos met het gebakje
het springtouw
voor de middagpauze.

Nog eenmaal wil ik
wakker worden
met het weke lijfje
aan mijn weke mond.

Het hart
op het hart.

(Jo Gisekin)

Neen, dit is géén aankondiging. Dit is herkenning, dit is het leven zoals het is, mét kinderen. Met het stappen over zebrapaden en de boekentassen en de knikkers en de pasta en de jassen en mutsen en de brooddoos vol boterhammen en een koek. En de vermoeidheid. En met het weemoedig terugdenken aan die eerste wonderlijke momenten en het wellicht altijd durende onbestemde verlangen en het weke gevoel bij het zien van een bolle buik of een pril minimensje.

[Wijvenweek] Biologische klok

Een kinderwens: ik had ze niet. Echt niet, zelfs geen greintje ervan. Het fenomeen was me volslagen vreemd.
Ik zag hoe ze binnendrong in de geesten en de lijven en de levens van vriendinnen, ik zag met stijgende verbazing hoe ze zich meester maakte van hun doen en denken, ik stond erbij en ik keek ernaar, maar voor mij hoefde het niet. Ik genoot van kinderen van familie en vrienden als ze in de buurt waren, ik genoot van mijn eigen leventje als ze weer uit de buurt waren. Een perfecte combinatie.
'Toen draaide de wind, er verschoot een ster, de maan was rond'*, ik sloot even de ogen en toen ik ze weer opendeed, was ze daar: een Kanjer van een Kinderwens. Ik werd week bij het zien van babykleertjes, werd overspoeld door een warme gloed bij het zien van een mama die haar kind tegen zich aandrukte, ja, ik voelde zelfs een steek van jaloezie bij het zoveelste kraambezoek. Ik, de notoire kinderwensloze, ik Wilde Een Kind. En ik had geluk: ik kreeg er twee.

* Imme Dros, Van een vrouw die een huisje bouwde in haar buik.

Kinderen

Groot Ventje: 'Jullie worden pas oma en opa als Klein Ventje of ik kindjes krijgen he?'
Ik: 'Ja.'
Groot Ventje: 'En als ik geen kindjes krijg?'
Ik: 'Waarom zou je geen kindjes krijgen?'
Groot Ventje: 'Er zijn al zoveel mensen op de wereld, en als die allemaal kindjes krijgen dan komen er toch veel te veel kindjes en dan is er geen plek genoeg voor al die kindjes en mensen.'

27.3.08

Feest!

Het feest met de oma's, opa's, ooms, tantes, neefjes en nichtjes staat er nog aan te komen, maar vanavond hebben we het alvast met ons viertjes feestelijk gemaakt. Een klein pakje, een ballon, mooie felicitatiekaarten, pannenkoekjes, chocolademelk, cake, kaarsjes en liedjes: Klein Ventje glunderde en glom. Zo eenvoudig kan geluk zijn.

Verlangen

Twee jaar geleden lag ik rond deze tijd op de operatietafel. Terwijl mijn buik met zorg werd dichtgemaakt, verlangde elk vezeltje in mijn lichaam naar het kleine wondertje dat ik net al heel even tegen me aan had gevoeld, maar dat snelsnel met Mijn Liefste van het koude operatiekwartier naar de warme kraamafdeling werd gebracht. Ik verlangde ernaar hem in mijn armen te nemen, ik verlangde ernaar hem te voelen, dicht tegen mij aan, bijna zo dicht als hij daarbinnen tegen me aan was geweest, ik verlangde ernaar hem te zien, hem aan te raken, hem te ruiken. Tranen liepen over mijn wangen. Tranen van verlangen, van emotie, van liefde.

Nu worden mijn ogen weer nat. Ik denk aan die allereerste momenten. Ik denk aan het moment dat mijn bed eindelijk de kamer werd binnengereden, hoe ik mijn armen uitstrekte, hoe Mijn Liefste Klein Ventje erin legde, hoe helemaal goed het voelde, hoe ik mijn neus in zijn haartjes drukte. Nog ruik ik de zoete, warme geur van mijn lieve kleine nieuwe minimensje.

En ik denk aan hoe het nu feest is bij de onthaalmoeder, hoe er nu gelachen en gezongen en gedanst wordt, en ik denk: gelukkige verjaardag, Klein Ventje. En ik verlang, o wat verlang ik naar het moment waarop hij straks de kamer zal komen binnengestormd. Ik verlang ernaar hem in mijn armen te nemen, dicht tegen mij aan, mijn neus in zijn haren te drukken en hem hem te zoenen en te knuffelen.

Over uilen en stuurlui

U herinnert het zich misschien nog: het ontstellend denigrerende juryrapport dat de shortlist voor de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs vergezelde. In de Focus Knack van deze week doet juryvoorzitster Jelle Van Riet opnieuw haar verhaal - met een opmerkelijke uitsmijter.

Meer op Vertel eens.

Zelfkennis

Na vroeg op de ochtend tig keer 'Nee nee!' te hebben gehoord, zegt Mijn Liefste tegen Klein Ventje: 'Jij bent een eigenwijs konijn!'
Waarop Klein Ventje heel beslist antwoordt: 'Ikke nie konijn.'
'Wat ben jij dan wel?' vraag ik lachend.
Het antwoord gaat vergezeld van een stralende glimlach: 'Een kapoen!'

[Wijvenweek] Mannen in de dop

Rolpatroondoorbrekend, zo gingen we ze opvoeden, onze Ventjes.
Speelgoedfolders met roze en blauwe bladzijden: onzin! Geen onderscheid tussen jongens- en meisjesspeelgoed voor onze jongens. We kochten van alles wat.
We hebben dus ons best gedaan.
Maar de eerste testosterontekenen waren er snel.
Al heel vroeg manifesteerde zich bij Groot Ventje een mateloze fascinatie voor alles wat wielen heeft. Eerst dacht ik nog dat het de ronde vorm was van de wielen die het hem deed - in een of ander Gezinsbond-blaadje had ik gelezen dat baby's zich aangetrokken voelden tot ronde - want op een gezicht lijkende - vormen. Toegegeven, ook voor klokken had hij een grote voorliefde. Het klonk dus aannemelijk.
Maar de tekenen werden duidelijker.
Tweede woord: bus. Uitgesproken met een niet mis te verstaan uitroepteken erna.
Helemaal door het dolle heen bij het zien van een bus, of een auto, of een vrachtwagen.
Vervolgens deed Bob de Bouwer zijn intrede. Inclusief een heel leger werfvoertuigen.
Toen Klein Ventje zich onder mijn hart nestelde en we, bij wijze van voorbereiding, voor Groot Ventje een pop met toebehoren kochten, wist ik dat het pleit definitief beslecht was. De pop keurde hij nauwelijks een blik waardig, evenals het flesje en het pampertje die hem prenataal al enige zorg moesten bijbrengen voor dat nieuwe mensje. De bijbehorende buggy daarentegen was een schot in de roos. Vier wielen! Víér! Licht! Makkelijk wendbaar! Lees: perfect om mee door het huis te racen.

(Later zouden nog racewagens, raketten, dino's, ridders en piraten volgen. Evenals een als bij wonder bij het naar school gaan ontwikkelde afkeer van de kleuren roze en paars.)

(Later zou dit verhaal zich nog een keer herhalen, bij Klein Ventje, door zijn grote broer-voorbeeld als het ware voorbeschikt voor een leven tussen auto's, treinen en werfvoertuigen.)

26.3.08

[Wijvenweek] Gewoon, leuk

Een tijdje geleden ging Mijn Liefste met Groot Ventje naar een muziekvoorstelling.
Ik had stiekem een beetje de pest in, want ik verwachtte er veel van. Maar er was, what's new, veel werk, dus ik zat achter mijn laptop terwijl zij de stad in gingen.
Na de voorstelling vroeg ik hoe het was geweest.
'Knap gedaan,' zei mijn man. Ik kreeg nog een kleine opsomming van de vele muziekstijlen en de gebruikte instrumenten.

'Knap gedaan': ik ben er na al die jaren nog niet achter of die ongelooflijke spraakzaamheid een typisch mannelijke afwijking is dan wel een specifieke eigenschap van mijn exemplaar.

Toen hij uit de auto recht in mijn armen stormde, vroeg ik ook aan Groot Ventje hoe het was geweest.
'Gewoon, leuk', luidde het antwoord. En hij vond de drums en de schuiftrompet het leukst.

'Gewoon, leuk': is Groot Ventje genetisch belast? Of gewoon een échte man?

[Wijvenweek] In slaap gelezen

Moe was ik gisteravond, doodmoe. En toch kon ik niet slapen.
Meteen na een lange, hectische werkdag recht naar bed is nooit een goed idee, dat weet ik wel.
Maar ik was moe, te moe voor wat dan ook, en ik wilde slapen.
En het lukte niet.
Ik herinner me nog hoe Mijn Liefste het leeslampje zocht, een boek nam, dicht tegen me aan kroop en begon voor te lezen. Meer herinner ik me niet.
Ik herinner me ook niet dat de wekker vroeger dan normaal afliep. Ik herinner me dat ik op het gewone uur wakker werd door een vrolijk en verrassend wakker 'Goeiemorgen!' en dat Mijn Liefste me op dat moment al een stukje werk uit handen had genomen.
Ik herinner me een warm gevoel vanbinnen.

25.3.08

[Wijvenweek] De armen van de postbode

Het is 23:58 en ik zit te werken. Dat is niet alleen vanavond zo, het is al een hele tijd zo, vanwege een grote opdracht met een veel te krappe deadline. Ik snak naar het moment waarop ik op 'send' kan duwen en kan denken: Oef. Klaar. Eindelijk. Ik wil er tussenuit. De Ikea, de Fnac, de stad, al is het in de regen of de sneeuw: het maakt niet uit, als het maar weg is van mijn bureau en als het maar karren, mandjes, plastic tassen heeft die ik kan vullen. Maar het kan niet. Nog niet. Gelukkig is er amazon.com. En fnac.fr. En eveiletjeux.fr. En ebay.be. En ww.typhooneurope.com. En Visa. En straks de sterke armen van de postbode.

Groots - en net niet

'Respect' luidde vandaag de titel van het hoofdartikel van Yves Desmet in De Morgen.
Respect, waardigheid, wijsheid, grootheid, grootsheid: het zijn woorden die me de voorbije dagen meermaals door het hoofd flitsten.
Maar ook het gebrek eraan springt in het oog.
Het instituut dat erbarmen, mededogen, naastenliefde claimt alsof het zijn monopolie betreft, toont zich van zijn kleinste kant. Yves Desmet en Frank Albers leggen de vinger helder, wijs; lucide, krachtig, onontkoombaar op de wonde. Ik sluit me graag aan bij hun woorden.

De vrouw, door de ogen van de meester



Mijn vrouw, mijn heidens altaar,
Dat ik met vingers van licht bespeel en streel,
Mijn jonge bos dat ik doorwinter,
Mijn zenuwziek, onkuis en teder teken,
Ik schrijf je adem en je lichaam neer
Op gelijnd muziekpapier.


En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen
En maak je weer voor wereldreizen klaar
En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk.


Maar bij goden en bij sterrenbeelden
Wordt het eeuwige geluk ook dodelijk vermoeid,
En ik heb geen huis, ik heb geen bed,
Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.


Ik schrijf je neer op papier
Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.

(Hugo Claus, 1929-2008)

Een heidens altaar, een jong bos, een zenuwziek, onkuis en teder teken: hadden we het niet over het vrouwenlichaam? De grote bezinger ervan is niet meer.

Ik hoor de mensen dromen
Amaai zijn dat seringen die ik ruik
of groeit het gras al op mijn buik?

Bedankt, meester, voor dit gedicht en nog veel meer moois.
Bedankt voor de woorden, voor de gedachten, voor het leesgenot, voor de momenten dat de adem stokte, voor de wijsheid en de ideeën, voor de schoonheid en de verwondering, voor de dissidentie en het doen nadenken.
Merci, et chapeau bas!

[Wijvenweek] Van een buik en een huisje

Is het wonder dat zich in een vrouwenlichaam voltrekt ooit mooier beschreven dan in Van een vrouw die een huisje bouwde in haar buik van Imme Dros?
Na lang aarzelen - 'De buik van die vrouw was mooi plat voor in kleren: kokerrokje, bikini, strakke broek, noem maar op. Met een huisje erin zou niets meer passen. Ja, een tent misschien. Een flinke grote.' - besluit de vrouw in dit boek een huisje in haar buik te bouwen. Een klein huisje waarin een kleine huurder zou kunnen wonen.

'Een heel huisje bouwen is slopend,
ook een heel klein huisje,
want in je buik
moet je alles zelf doen.
Die vrouw was nooit eerder in de bouw geweest.
Ze was moe moe moe en ze viel steeds in slaap.
Dan droomde ze van het huisje
en van hoe het moest worden.
Prachtig. Van alle gemakken voorzien.
Ruim, maar niet te ruim,
en zo, dat wie er binnenkwam
lang zou willen blijven.'

En dan moet er nog een huurder komen. Alss die na negen maanden langskomt, wordt het helemaal spannend...

Erg erg herkenbaar ('De huurder liet zich nooit zien en horen. Jammer. Soms trilden de wanden. Dan werd er zeker gedanst in het huisje.'), prachtig geformuleerd, bijzonder ontroerend. Een koesterboek.

[Wijvenweek] Woelige branding


Mijn Liefste slaapt.
Ik kijk naar hem.
Zijn lijf een onwankelbare rots in de branding.
Anders dan het mijne is zijn lichaam niet onderhevig aan hormonen, jojo's, scherp door alles heen snijdende buikpijn, cyclussen, vochthuishoudingsperikelen, biologische klokken, volle maan, kiloterreur, emotionele roetsjbanen, onverklaarbare kwaaltjes. Rots, ja. Maar branding? In een kalme zee is het makkelijk niet te wankelen.
De mijne raast en kolkt, woeilig, onberekenbaar.
Dan doe ik mijn ogen dicht, leg mijn hand op mijn buik.
Ik word overspoeld door herinneringen.
Het wonder dat hier, onder mijn hand, vorm kreeg, het hartje dat begon te kloppen onder mijn hart, het nieuwe leven dat hier groeide: iets prachtigers bestaat er niet.
Mijn woelig, onberekenbaar wijflijf: mijn warm, onwankelbaar moederlichaam.

Wijvenweek



Deze week kleurt Aangetekend een beetje meer roze.
Dat heeft alles te maken met de Wijvenweek.
Veel leesplezier!

24.3.08

Okola! Okola!

Het was de meest gehoorde kreet dit weekend, uit de mond van Klein Ventje: 'Okola! Okola!'
Telkens weer klonk het opgewonden en verrukt.
Het was een fijn paasweekend.

15.3.08

Een andere stilte

‘Waar is Tasja dan?'
Willa kijkt Nanne geschrokken aan. Ze rilt even en duwt haar hoed omhoog.
'Dat is een grote vraag,' zegt ze aarzelend. 'Niemand weet dat zeker. Ik denk dat je een mooi idee wordt. Een mooi idee in het hoofd van je moeder. En van je vader en van je zus. En van iedereen die jou lief vond.’

(Bart Moeyaert, Voor altijd, altijd)

Een mama, drie meisjes van elf, het ene moment wellicht een auto vol vrolijkheid, het volgende moment voorgoed weg.
Heel de week al word ik er telkens weer stil van.
Met het zien van het journaal vandaag kwamen de tranen, veel tranen.
Mijn mamahart leeft mee.

Stilte

Het was hier stil.
Erg stil.
Aan Vertel eens lag dat niet - wel aan de weinig aangename combinatie van een gecrashte laptop en een naderende deadline. Die deadline nadert overigens nog steeds en de laptop is nog steeds stuk en de nieuwe nog steeds in bestelling, maar geen nood dus: ook met een spannende kinderboekenblog op het net blijft Aangetekend bestaan.

1.3.08

And we proudly present...


Tien... negen...

Het aftellen is begonnen...